Skip to main content

Auteur: Fleur Varin

Natuurinclusieve landbouw: een nieuwe benadering?

Het toepassen van natuurinclusieve landbouw is niet nieuw, maar de afgelopen tijd wel steeds meer in het nieuws. Sinds de overheid de term in 2014 introduceerde in de ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder’, wordt er steeds meer over het onderwerp geschreven, zijn er verschillende initiatieven in het leven geroepen en worden er uiteenlopende evenementen georganiseerd rondom dit thema. Zo bezocht ik dit voorjaar de interessante  ‘Inspiratiedag Natuurinclusief Platteland’. Hoog tijd om dit begrip eens nader te bekijken.
 

Wat is natuurinclusieve landbouw?

Onder natuurinclusieve landbouw verstaan we het streven dat landbouw zorgt voor natuur, daarnaast gebruik maakt van natuur en tegelijkertijd ook de natuur spaart. Op deze manier wordt landbouw minder belastend voor de natuur en daarmee omgevingsvriendelijker.
 
Het produceren van hoogwaardig voedsel, een lagere belasting van het milieu, het realiseren van de klimaatopgave, verbetering van de biodiversiteit en het verhogen van de belevingswaarde van het agrarisch landschap; de agrarische sector staat voor een flinke opgave. Om aan deze opgave te kunnen voldoen is betrokkenheid van beleidsmakers, retailers en consument absoluut noodzakelijk. 
 
Dit is dan ook onderdeel van de boodschap van minister Schouten in haar Visie Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden, waarmee zij inzet op een omslag naar Kringlooplandbouw in 2030. Bij kringlooplandbouw komt zo min mogelijk afval vrij, is de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk en worden grondstoffen en eindproducten met zo min mogelijk verliezen benut. Volgens de minister kan natuurinclusieve landbouw het concept kringlooplandbouw versterken en een belangrijke bijdrage leveren aan het integreren van natuur en biodiversiteit in de landbouw.
 

Voorbeelden van natuurinclusieve landbouw

Hoe kan natuurinclusieve landbouw worden toegepast? Er wordt op steeds grotere schaal geëxperimenteerd met verschillende maatregelen. Hieronder een aantal voorbeelden:
 
Bloemenranden om de akkers
Het is een mooie onderbreking om langs de strak ogende akkers met kaarsrechte rijen speelse randen te zien met bloemen. Deze bloemenranden zijn niet alleen goed voor het aanzicht maar vooral ook voor het insectenleven en de broedvogels.

  • Natuurlijke vijanden van plaaginsecten worden aangetrokken door soorten in de stroken, terwijl de stroken onaantrekkelijk zijn voor de plaagsoorten zelf.
  • Een andere belangrijke functie van bloemenranden is een efficiëntere bestuiving van gewassen en kunnen daarmee bijdragen aan een verbeterde gewasopbrengst.
  • Deze akkerranden vormen bovendien een natuurlijke buffer die ervoor zorgt dat er geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het naastgelegen oppervlaktewater terecht komen.

De meeste akkerranden blijven staan tot 1 oktober, maar er zijn er ook die tot 1 maart in het volgend jaar blijven staan om in de winter akkervogels te voorzien van voedsel.
 
Koeien uit de stal, weidevogel in de wei
Niets mooier dan een koppel (melk)koeien in de wei. Door de komst van de ligboxenstallen met vaste melkstal is dit niet vanzelfsprekend meer. Voorheen bleven de koeien de hele zomer in de wei; zij werden ter plekke gemolken en na enige tijd was er weer een ander perceel waar de koeien naar werden ‘verweid’. Nadat het gebruikte perceel was verlaten kwam de veehouder met de weidesleep om het gras te beluchten en de molshopen en mest te verdelen. Hierbij kwamen insecten vrij die door weidevogels werden opgesoupeerd. Hierdoor ontstond voor de weidevogels een prima omgeving om in te leven. Deze mogelijkheid is nog steeds aanwezig met melk- en vleeskoeien die nog wel grazen in de weilanden en natuurgebieden. Door de oppervlakte van het te begrazen gebied te verkleinen en de koeien om de week of twee weken te ‘verweiden’ naar een ander perceel en daarna met de weidesleep het perceel te bewerken, wordt voor de weidevogels een betere biotoop gecreëerd.
 
Zonne-akkers
Bij duurzaam grondbeheer past mijns inziens ook de aanleg van zonneakkers; deze dragen bij aan winst voor het milieu, voor wat betreft de energietransitie. Het is daarbij belangrijk om de aanleg niet te grootschalig op te zetten en aandacht te besteden aan de landschappelijke inpassing. Door de randen van zonneakkers in te richten als bloemenstroken, houtwal of een natuurvriendelijke oever, kan een bijdrage worden geleverd aan de biodiversiteit.
 
Nog enkele laagdrempelige maatregelen

  • rond erven en gebouwen plaatsen van nestkasten en ruimte geven aan ‘rommelhoekjes’ (voor kerkuil, steenuilen, bunzing en egel);
  • niet kerende grondbewerking van akkers;
  • minder bemesten van perceelsranden;
  • niet-meemaaien van slootkanten;
  • gefaseerd schonen van sloten (niet alles tegelijk) met natuurvriendelijke apparatuur.  

 

Natuurinclusieve landbouw in mijn praktijk

Naast mijn werkzaamheden als rentmeester ben ik ook dagelijks bezig met mijn akkerbouwbedrijf van zo’n 30 hectare met een bouwplan van graan, bieten, aardappelen en niet te vergeten akkerranden. De akkerranden om mijn percelen zijn 6 meter breed en worden jaarlijks voor het grootste deel ingezaaid met bloemen en een deel met een voedermengsel voor de akkervogels in de winter. Chemische bestrijding tegen onkruid wordt in deze randen niet toegepast; met name distels worden afgemaaid voordat ze in bloei komen. De laatste jaren ontstaan in de randen op een aantal plekken kleine rietveldjes. Deze vormen
een fantastische schuilplaats voor vogels en wild.  

Ruim veertig keer in mijn leven heb ik inmiddels de cyclus van ploegen, zaaien/poten, verzorgen en oogsten van bovengenoemde gewassen mogen uitvoeren, mij bewust van de noodzaak van duurzaam bodembeheer. 
 
Ik ben voorstander van natuurinclusieve landbouw en realiseer me dat we grond als productiemiddel in ons mensenleven een korte tijd mogen beheren en daarna weer mogen doorgeven aan de volgende generatie. Het is zaak er zuinig op te zijn en er een mooi inkomen op te verdienen, zonder de bodem uit te putten. Graag wissel ik met u van gedachten over het toepassen van natuurinclusieve landbouw. Neem gerust contact op.

Uit de praktijk: bedrijfsontwikkeling door erfpacht

De schaalvergroting in de Nederlandse landbouw zet de laatste decennia gestaag door. Agrarische bedrijven kunnen efficiënter produceren door gebruik te maken van moderne machines, technologieën en de groter beschikbare data. De ontwikkeling is noodzakelijk voor het op peil houden van de bedrijfsresultaten, die door de toenemende kosten en nagenoeg gelijkblijvende opbrengsten onder druk staan.

Bedrijfsgroei kan beperkt worden door het niet beschikbaar zijn van extra te betelen landbouwgrond in de regio van de ondernemer. Ook kan de bedrijfsontwikkeling worden gelimiteerd door het niet (tijdig) kunnen beschikken over (voldoende) financiële middelen.

Mede door de lage rentestand en de op lange termijn gewenste rendementen zijn diverse traditionele agrarische beleggers op zoek naar groei van hun portefeuille.

De wens om te groeien van zowel de agrariër als de belegger is door ons kantoor in onderstaande praktijkcasus gerealiseerd.

Casus

Een agrariër met circa 60 ha landbouwgrond kreeg de mogelijkheid om ruim 10 ha extra grond te verwerven, net op het moment dat er de laatste jaren fors geïnvesteerd was in gebouwen en machines. De ruim 10 ha grond werd voorheen door de agrariër geliberaliseerd gepacht. Ondanks dat er geen voorkeursrecht van kracht was, kreeg de agrariër de mogelijkheid als eerste het perceel aan te kopen. En als de agrariër de grond niet zou kopen, zou deze aan andere partijen te koop worden aangeboden. De agrariër zou dan elders vervangende grond in gebruik moeten proberen te krijgen. Een onzekere situatie, waarover hij zo spoedig mogelijk duidelijkheid wilde hebben. Door eerdere contacten met ons kantoor wilde de agrariër zich verdiepen in het alternatief om samen met een agrarische belegger de grond te kopen. Aan de ondernemer werden de verschillende mogelijkheden van het pacht en erfpacht toegelicht.

Voor een pachtovereenkomst geldt het (dwingend) pachtrecht hetgeen te veel beperkingen voor partijen opleverde. In een erfpachtovereenkomst hebben partijen een bepaalde mate van contractsvrijheid en ook de zekerheid van gebruik (minimaal 26 jaar), hetgeen beide partijen aansprak.

De voorkeur van een belegger gaat uit naar een (beperkte) investering in de grond, waarvoor de agrariër jaarlijks een canon of pacht betaalt. Ook de agrariër betaalt een deel van de koopsom, waardoor hij eigenaar wordt van een zakelijk recht, zijnde het recht van erfpacht. De verkoper ontvangt de volledige koopsom, deels betaald door de belegger en deels door de agrariër.

Geen (extra) liquide middelen nodig

De toekomstige erfpachter wenste naast de aankoop van het recht van erfpacht ook nog andere investeringen te doen in zijn bedrijf en wilde niet nog meer bancaire financieringslasten. Voor het betalen van het recht van erfpacht verkocht hij blooteigendom aan de belegger onder het beding van een recht van erfpacht. De belegger kocht daardoor een grotere oppervlakte aan, hetgeen passend was en de erfpachter had geen (extra) liquide middelen nodig om het recht van erfpacht te verkrijgen. De omvang van het volledig eigendom van de agrariër nam iets af, maar zijn totale exploitatie bleef op peil. Door het vestigen van een erfpachtrecht heeft de agrariër zekerheid over het gebruik tegen een (nagenoeg) vooraf bekende jaarlast. De circa10 ha te koop aangeboden grond vormen nu een vaste basis in het bedrijf waarop verder geïnvesteerd kan worden.

Kortom, een transactie die voor zowel de verkoper als de belegger en de agrariër tot een win-winsituatie heeft geleid.

Uit de praktijk: van pachtboerderij naar eigendom

Al eerder spraken de pachter en ik elkaar over het in eigendom
verkrijgen van de boerderijgebouwen die de familie al decennia
van mijn opdrachtgever pachten. Destijds waren partijen er nog niet ‘klaar’ voor, maar zoals dat gaat: het zaad was geplant en is uiteindelijk in 2017 tot wasdom gekomen.

Win-win

Bij mijn jaarlijkse bezoeken aan de pachter en zijn familie kwam met enige regelmaat de historie tussen verpachter en pachter aan de orde. Een historie die terug gaat naar het einde van de 19eeuw, en hoewel de relatie altijd goed en betrokken is geweest (en nog altijd is), is  het goed voor de continuïteit van het bedrijf van de pachter om eigenaar van de gebouwen te zijn. Het voordeel voor de verpachter heb ik vooral gezocht aan de kant van het rendement: door de dwingend rechtelijke bepalingen uit het Pachtrecht en de huidige pachtprijzensystematiek is het in bezit houden van gebouwen niet of nauwelijks rendabel. (Ver)kopen van gebouwen is dus in de meeste gevallen een win-win situatie.

Waardering erf en gebouwen

Toen partijen het eens waren over de wens om te ver- en aankopen begon het proces van vragen en bieden. Voor de berekening van de waarde volstaat allang niet meer de achterkant van een sigarendoos.  

Bij de waardering is onder andere rekening gehouden met de verpachte staat, de staat van onderhoud van de gebouwen, de huidige bestemming, de courantheid van het object en in het geval van erfpacht onder de gebouwen heb ik rekening gehouden met de huidige canon, de resterende looptijd van de erfpachtovereenkomst en met de vrije waarde van de opstallen. Mijns inziens leverde dit een voor beide partijen acceptabele waardering op.

Na het uitbrengen van de officiële aanbiedingsbrief troffen de pachter en ik elkaar opnieuw aan de keukentafel, ditmaal in het bijzijn van de deskundige van de pachter.

Keukentafel gesprek

Ik druk mij voorzichtig uit als ik beweer dat onze onderhandelingsstijlen ‘nogal verschillend’ waren. Niet alleen de vraagprijs, maar ook de wijze waarop de vraagprijs tot stand gekomen was en de uitgangspunten stonden ter discussie.

Pas toen het gesprek op de ontsluiting van het bij de verpachter in eigendom blijvende weiland kwam werd het gesprek weer meer constructief. Voor de verkoop van het erf en de gebouwen had ik een ontsluiting van en naar de openbare weg als voorwaarde gesteld. Bijna was dit de ‘bottleneck’ geworden. Het voorstel van de pachter om een deel van zijn eigendom, onder het voorbehoud van pacht, te verkopen zodat de ontsluiting gewaarborgd zou zijn, paste prima in de win-win situatie waar we beiden naar op zoek waren.

Afronding en transport

Uiteraard hebben er na dit gesprek nog meer gesprekken plaatsgevonden. Er is gevraagd en geboden, er is telefonisch- en persoonlijk contact geweest en er zijn vele brieven geschreven. Belangrijk vind ik het om op te merken dat beide partijen steeds voor ogen hebben gehouden dat de ver- en aankoop een win-winsituatie moest zijn.

Uiteindelijk zijn begin december 2017 de koopakten bij de notaris ondertekend en kan de 5egeneratie pachters zich eigenaar noemen van gebouwen en erf.

Ontwikkelingen fosfaatrechten

Op 27 november 2017 heeft minister Schouten
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het
aangekondigde ontwerp voor het inwerkingtredingsbesluit van de Wet van 29 mei 2017 tot wijziging van de Meststoffenwet (in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten) per brief aan de Voorzitter van de Eerste Kamer gezonden. Daarmee is nagenoeg zeker vast komen te staan dat het houden van melkvee, kalveren en pinken per 1 januari 2018 alleen mogelijk is als er fosfaatrechten aanwezig zijn op het bedrijf.

Fosfaatrechten worden verhandelbaar, zodat middels permanente en/of tijdelijke overdracht kan worden voorkomen dat er in een kalenderjaar meer vee wordt gehouden dan op basis van de aanwezige rechten is toegestaan.

Verwacht wordt dat in 2018 een groot aantal bedrijven de fosfaatrechten wil verkopen,  temeer er een aantal bedrijven gebruik heeft gemaakt van de stoppersregeling in het voorjaar van 2017. Ondanks de (nog) vele onduidelijkheden over de fosfaatrechten melden zich meerdere geïnteresseerde kopers en verkopers bij ons kantoor.

Overwater Rentmeesterskantoor is partij bij het bemiddelen van fosfaatrechten, gericht op het meest optimale resultaat. Ook zullen we de juiste contractvorm, de bijbehorende administratie met de geldstroom en de registratie bij RVO verzorgen. Voor het bepalen van een juiste (ver)koopstrategie van de rechten en de gevolgen voor uw bedrijfsvoering komen we graag met u in gesprek. U kunt hiervoor contact opnemen met Arno Huysmans.

Pachtstelsel: politiek aan zet!

In eerdere nieuwsbrieven hebben we u voortdurend geïnformeerd over de herziening van het pachtstelsel. In de nieuwsbrief van mei 2016 hebben we geschreven dat er een akkoord is bereikt over een pakket van verbeteringen van het huidige pachtstelsel.

Met dit pakket hebben BLHB (Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers) en NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) niet ingestemd, vooral vanwege de vrije prijsvorming bij flexibele pacht en het overgangsrecht van bestaande reguliere pachtovereenkomsten. Vervolgens heeft de (inmiddels afgetreden) staatssecretaris van Economische Zaken, de heer ir. M.H.P. van Dam, een bemiddelaar benoemd.

Bemiddelaar

De bemiddelaar is geworden de heer S. Heldoorn, waarnemend burgemeester van Dantumadiel en ex-gedeputeerde in Friesland. De heer Heldoorn heeft onderzocht of er bij partijen in dit dossier voldoende draagvlak en vertrouwen in elkaar zijn om tot een gezamenlijk voorstel te komen voor herziening van het pachtstelsel. In 2016 en 2017 heeft de heer Heldoorn met alle stakeholders gesproken. Zijn advies heeft de heer Heldoorn eind juni 2017 uitgebracht aan de staatssecretaris.

De heer Heldoorn stelt vast dat er bij partijen onvoldoende draagvlak is om tot overeenstemming te komen. Zijn advies is dat de politiek dit dossier ter hand neemt. Aan de betrokken partijen heeft hij geadviseerd energie te steken in het goed formuleren en beargumenteren van de betreffende standpunten.

Vervolg

De staatssecretaris heeft op 7 juli 2017 de bevindingen en het advies van de heer Heldoorn naar de Tweede Kamer gestuurd.

De verwachting is dat de politiek zal wachten op de nieuwe regering, voordat het dossier ter hand wordt genomen. Inmiddels hebben FPG en LTO-Nederland het initiatief genomen tot een vervolgoverleg met alle betrokken partijen. In dit vervolgoverleg wordt geprobeerd om de openstaande punten uit te werken en wellicht overeenstemming te bereiken met alle partijen.

Wordt vervolgd!

Ontwerp-Regeling provinciale aankoop veehouderijen

Bij kamerbrief van 24 november 2021 heeft de minister van LNV, mevrouw C.J. Schouten, de ontwerp-Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden (Rpav), beter bekend als (de eerste tranche van de) ‘Maatregel gerichte opkoop’ aangeboden. Deze ontwerpregeling is bedoeld ter vervanging van de Rpav, zoals zij gold tot 1 november 2021. Het doel van deze regeling is de effectiviteit van de Rpav te vergroten door:

  1. verruiming van de subsidiabele kosten via aanpassing van de definitie van ‘landbouwgrond’, waarmee opkoop van grond onder en rond de bedrijfsgebouwen (zoals stallen) mogelijk wordt gemaakt;
  2. verhoging van de plafondwaarde voor veehouderijen zonder productierecht van € 125.000,00 per mol stikstofdepositie per hectare per jaar naar € 250.000,00 per mol stikstofdepositie per hectare per jaar;
  3. verlenging van de eindtermijn waarbinnen de koopovereenkomsten moeten zijn afgesloten met vier maanden, tot en met 4 september 2022.

Met deze wijzigingen worden naar verwachting meer opkopen gerealiseerd en kunnen de aan provincies beschikbaar gestelde budgetten meer worden benut dan zonder deze wijzigingen het geval zou zijn geweest. Daarmee komt door de vermindering van de stikstofdepositie meer stikstofruimte beschikbaar. Deze stikstofruimte kan onder bepaalde voorwaarden, via het zogenoemde stikstofregistratiesysteem, toegedeeld worden aan tracébesluiten of woningbouwprojecten. En ook aan de legalisatie van in het kader van het PAS gemelde activiteiten en meldingsvrije activiteiten.

De provincies hebben door het verhogen van het subsidieplafond nog 228 miljoen euro (een verhoging met 133 miljoen euro op het eerder beschikbaar gestelde budget van 95 miljoen euro) te verdelen voor de opkoop van piekbelasters. Het ‘beroepsverbod’, zoals dat in de eerste ronde van de regeling gold, blijft bestaan.

De regeling is bedoeld voor bedrijven die veel druk leggen op natuurgebieden en zelf een regeling willen treffen over wat het bedrijf waard is om te willen vertrekken. De aankoop van een bedrijf wordt gedaan vanuit de provincies. De eerste opkoopregeling was geldig van 4 november 2020 tot 1 november 2021. De nieuwe opkoopregeling gaat naar verwachting in januari 2022 open tot en met 4 september 2022.


Voorwaarden aan deelname opkoopregeling

Een voorwaarde om aan deze aankoop deel te nemen, is dat het bedrijf binnen 10 km van een Natura 2000-gebied moet liggen. Daarnaast moet het bedrijf een grote uitstoot, gemiddeld minimaal 2 mol stikstof per hectare per jaar, op het nabijgelegen Natura 2000-gebied hebben. Met name de eis van 2 mol geeft de grootste beperking op deelname.


Het doel van de regeling

Met de nieuwe vaststelling en wijziging van de regeling wordt de plafondwaarde voor bedrijven zónder productierecht verhoogd. Hiermee neemt in theorie de doelmatigheid van deze aankopen in vergelijking met de eerdere Rpav af, maar in de praktijk toe: zonder verhoging zouden er naar verwachting van provincies weinig of geen aankopen worden gerealiseerd. Ook met de verhoging van de plafondwaarde naar € 250.000,00 per mol stikstof per hectare per jaar, blijft de doelmatigheid van aankopen van veehouderijen zonder productierecht groter dan voor bedrijven mét productierecht waarvoor een hogere plafondwaarde geldt.

Wilt u meer weten? Neem dan contact met ons op.

Hoe te anticiperen op wateroverlast en droogte?

Er wordt veel geschreven en gepraat over de klimaatverandering en hiermee gepaard gaande ongemakken voor de landbouw. Zoals we de laatste jaren constateren worden de weersomstandigheden extremer. Natte perioden gaan in korte tijd gepaard met vele millimeters neerslag, terwijl in droge periodes juist hitte en verbranding een aanslag doen op de gewassen.

Wateroverlast

Om wateroverlast ten gevolge van extreme weersomstandigheden te voorkomen is het zaak dat de grond in goede conditie is. Daarbij zijn vlakligging, drainage en goede watergangen van essentieel belang.

Door de vergroting van percelen in de afgelopen jaren, liggen veel percelen niet meer met een bolling. De in het verleden dichtgeschoven sloten en kreken worden na jaren weer zichtbaar. Deze vormen bij extreme regenval plassen op het perceel doordat het water hiernaartoe stroomt. Teruggaan naar kleinere percelen, die bol liggen, is geen optie gezien de schaalvergroting in de landbouw.

De schade bij wateroverlast kan wel beperkt worden door te zorgen dat de grondkwaliteit optimaal is en maximaal water doorlaat. Daarnaast moeten we denken aan technieken rondom vlakligging, storende lagen, goede drainage en het op voorhand aanleggen van greppels.

Droogte

Schade bij droogte kan worden beperkt; niet alleen door beregening maar ook door de aanleg van peilgestuurde drainage. 

In de meest eenvoudige vorm wordt het waterpeil van de sloot waarin de drains uitmonden door middel van een stuw ingesteld.

Een andere optie is een aanleg van een hoofddrain op de akker welke uitkomt in een peilgestuurde put. 

Bestaande of nieuwe drains kunnen worden aangesloten op de hoofddrain waardoor de grondwaterstand naar eigen behoefte afgesteld kan worden.
Zo is het mogelijk dat er in het voorjaar een laag peil wordt aangehouden om op tijd te kunnen zaaien.
In de zomer een hogere stand voor de optimale groei, hierdoor is beregening minder nodig.
Vervolgens in het najaar weer een lagere stand in verband met de oogst.

Wateroverlast en droogte duperen de gebruiker

Degene die over het algemeen veelal als eerste de dupe van wateroverlast en droogte is, is de gebruiker van het perceel. Dit kan zijn in de hoedanigheid als eigenaar, erfpachter en pachter.

Essentieel is dat bij wateroverlast het overtollige water snel afgevoerd kan worden. Bij droogte dient er juist voldoende water om of in het perceel aanwezig te zijn. Hierdoor beschikken de planten, gedurende het groeiseizoen, over een juiste hoeveelheid vocht.

Het is zaak dat er tussen de gebruikers van percelen grond en de waterschappen korte lijnen zijn zodat er flexibel en snel kan worden opgetreden in bovengenoemde gevallen.

Eigendom                     
Wanneer de gebruiker tevens eigenaar is hoeft er geen discussie te worden gevoerd wie cultuurtechnische werkzaamheden gaat verrichten zoals drainage vernieuwen en onderhoud van drainage, pompen, duikers, sloten, schuiven en kilveren van de percelen.

Erfpacht
Bij erfpacht worden zaken over onderhoud van de percelen en watergangen nauwkeurig beschreven in de erfpachtakte zodat duidelijk is voor wiens rekening welke kosten komen.

Pacht
Wanneer er sprake is van pacht gelden hiervoor de voorwaarden die bij de betreffende pachtovereenkomst behoren. Over het algemeen is opgenomen dat de pachter op zijn kosten de aanwezige sloten, greppels, drainagesystemen en duikers jaarlijks voor de schouwdatum schoon dient te maken, te onderhouden en/of te baggeren.

Wanneer de pachter werkzaamheden zoals het vernieuwen van drainage gaat uitvoeren, is het zaak hiervan tijdig mededeling te doen aan de verpachter of diens rentmeester zodat deze investering kan worden aangemerkt als pachtersinvestering waarvoor het Melioratierecht geldt.

Wat is Melioratierecht?

Bij het einde van de pacht is de verpachter verplicht aan de pachter een vergoeding te geven voor de verbeteringen die door de pachter zijn aangebracht.

Deze vergoeding kan niet hoger zijn dan de waardestijging van het pachtobject aan het einde van de pacht. De vergoeding wordt lager naarmate de pachter langer heeft kunnen profiteren van de verbeteringen.

De pachter heeft alleen recht op een vergoeding als hij de verpachter op tijd en schriftelijk op de hoogte heeft gebracht van de geplande verbeteringen met daarbij een opgave van de geschatte kosten én de verpachter heeft ingestemd met de voorgenomen investeringen.

De toename van hevige neerslag en extreme droogte blijft de gemoederen bezig houden, waarbij inspelen op deze omstandigheden noodzakelijk is.

Eén uitspraak is zeker: ‘water op de percelen brengen gaat makkelijker dan eraf halen’.

Kerkstraat 54
3291 AM Strijen

078-6749494
info@ovtr.nl

Wij zijn telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur.